Ik geef toe dat ook ik eens goed gelachen heb met de ‘drup in the emmer’ van Theo Francken en de daaropvolgende parodieën vorige week. Bekende personen die wat sukkelen met een andere taal, het kan al eens knullig overkomen. Zo zette minister Hilde Crevits zich letterlijk in haar ‘white hemd’, kent iedereen het legendarische Duits van Jean-Marie Pfaff, en krijgen voetballiefhebbers spontaan de lach als ze denken aan het Engels van Louis Van Gaal. Engels, Duits of Frans met wat haar op, we maken ons er allemaal wel eens schuldig aan. Toch gelooft de meerderheid van ons dat het wel goed zit met hun kennis van de Engelse taal. Overschatten we onze talenknobbel? En kan dat ook gevolgen hebben voor de externe communicatie van je bedrijf?
Over het algemeen blijkt het goed mee te vallen met de kennis van ons Engels. In de ‘European Survey on Language Competences’ staan Vlaamse leerlingen uit het secundair onderwijs steeds in de top drie, zowel op het vlak van Engels schrijven, als van lezen en luisteren. Een onderzoek van Statbel naar volwasseneneducatie geeft aan dat voor bijna 6 op de 10 Belgen het Engels een gekende taal is.
Professioneel Engels
Toch is er een verschil tussen een taal ‘kennen’ en het juiste niveau halen om ze ook voor professionele doeleinden te gebruiken. En net in die laatste categorie gaan nog veel bedrijven de mist in. Want hoe moeilijk kan het nu zijn om snel zelf je verhaal te vertalen, of met gebruik van vertaalapps zoals Google Translate of Deepl ? Wel, soms kan dat echt fout gaan. Kijk maar naar het optreden van Theo Francken op de Israëlische televisie. Zelfs zijn eigen voorzitter Bart De Wever, lachte duchtig met de slechte vertalingen van arme Theo tijdens een Antwerpse gemeenteraad.
Voor je zomaar al je communicatie in het Engels voert, moet je je als bedrijf afvragen waarom je in het Engels wil communiceren. Heb je online veel buitenlandse volgers of buitenlandse belangen? Dan is dat zeker een goede reden. Maar bevindt het merendeel van je volgers zich in België of Vlaanderen, maak het dan niet moeilijker dan nodig, en schrijf gewoon in het Nederlands.
Kies je toch voor een Engelstalige communicatie, zorg er dan voor dat je Engelse vertalingen grammaticaal op punt staan. Gebrekkig Engels komt – zoals we bij Theo Francken zagen – knullig over en kan ervoor zorgen dat volgers of klanten je niet langer serieus nemen. Zorg dat iemand met een goede kennis van de taal dus je communicatie naleest, gebruik de juiste grammaticatools, of laat ze professioneel vertalen.
Vlot Nederlands
Maar ook bij Nederlandstalige posts kan je als bedrijf de mist in gaan. Ons taalgebruik is veel vlotter geworden dan pakweg 30 jaar geleden. Waar op tv en radio vroeger steeds streng werd toegezien op standaardtaal, wordt dat meer en meer losgelaten. Weervrouw Jacotte die gewoon haar weerbericht opent met ‘hey’ in plaats van met ‘beste kijker’ is een mooi voorbeeld. En ook dialecten zijn steeds vaker te horen op radio en tv. Kijk maar naar het succes van de West-Vlaamse reeksen ‘Eigen Kweek’, en ‘Chantal’, waar de “wuk”, “mo how seg” en “zie ’t sie” welig gebruikt werden.
Taal wordt dus in het alledaagse leven losser, maar hoe ga je daar als bedrijf mee om in je eigen communicatie? En hoe ver is té ver? Kan een mopje hier en daar? Op welke thema’s pik je wel in, welke vermijd je best? En is een account in het Kempisch, West-Vlaams of sappig Gents een optie?
De taal van je klant
Alles hangt af van de doelgroep die je bereikt met je communicatie. Is die jonger dan gemiddeld, dan kan je zelf ook experimenteren met wat jeugdiger taalgebruik. Heb je veel volgers of klanten in eigen streek, dan kan een woordje dialect zeker af en toe. Bedien je klanten in heel Vlaanderen, België of zelfs de wereld? Dan is een iets professionelere aanpak voor jou de beste aanpak. Uiteraard kan een grapje hier en daar in je communicatie, maar houd het netjes.